Met de inwerkingtreding van het eerste deel van de Wet werk en zekerheid (Wwz) heeft de werkgever een aanzegplicht bij tijdelijke arbeidsovereenkomsten voor de duur van 6 maanden of langer.
De aanzegplicht houdt in dat de werkgever uiterlijk een maand voordat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt:
1) schriftelijk dient aan te geven of de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wordt voortgezet of niet en;
2) bij voortzetting, de voorwaarden waaronder (doorgaans een concept arbeidsovereenkomst).
De aanzegplicht geldt voor alle opvolgende tijdelijke arbeidsovereenkomsten voor de duur van 6 maanden of langer, dus niet alleen voor de eerste of de laatste arbeidsovereenkomst in de keten.
Ingeval de werkgever de aanzegplicht niet nakomt, dan eindigt de arbeidsovereenkomst weliswaar van rechtswege, maar is de werkgever een vergoeding aan de werknemer verschuldigd ter hoogte van één maandsalaris. Ingeval de werkgever de werknemer te laat informeert, dus korter dan één maand voor de afloop, dan is de werkgever een vergoeding naar rato van het maandsalaris aan de werknemer verschuldigd.
Deze sanctie geldt ook in het geval dat de arbeidsovereenkomst wel wordt voortgezet, maar dit te laat is aangezegd.
De vergoeding in verband met het niet (tijdig) voldoen aan de aanzegplicht, dient door de werkgever aan de werknemer te worden voldaan, naast een eventueel verschuldigde transitievergoeding.
Ingeval de werkgever niet (tijdig) heeft voldaan aan de aanzegplicht, dan kan de werknemer binnen twee maanden na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd bij de kantonrechter een verzoekschrift indienen om toekenning van de vergoeding.
Wilt u advies of nadere informatie over uw eigen situatie, neem dan contact met ons op via telefoonnummer 033-4556809 of via info@kuijpersadvocaten.nl.